Laatste update op 25 september 2022
Beleggers zijn emotionele dieren en maken regelmatig fouten. Iedere nieuwe cyclus zie je dat beleggers steevast in dezelfde valkuilen trappen.
Fouten maken is menselijk, maar als je het kunt voorkomen is dat wel zo fijn. Hieronder volgen 5 veelvoorkomende fouten die beleggers maken net voor een beurscrash.
1. Beleggen met geleend geld
Het is een doodzonde: geld lenen om er vervolgens mee te beleggen. En toch doen we het massaal.
Het klinkt misschien aantrekkelijk om een gokje te wagen zolang de rente laag is. Toch is het voor de meeste mensen sterk af te raden om met geleend geld te beleggen. Een aantal redenen:
- De rente van de lening kan al hoger zijn dan het rendement dat je behaalt.
- De lening zul je ook terug moeten betalen, wat bovenop de rentekosten komt.
- Verlies is absoluut gezien hoger, omdat je ook het geleende geld verliest (hefboomeffect).
Inleg (euro) | Lening (euro) | Verlies (%) | Verlies (euro) | Vermogen ex. lening (euro) | |
Zonder lening | 10.000 | 0 | 10% | 1.000 | 9.000 |
Met lening | 10.000 | 40.000 | 10% | 5.000 | 5.000 |
In bovenstaande voorbeeld ben je met een lening bij 10% verlies direct 50% van je inleg kwijt. De lening moet dan nog steeds terugbetaald worden. Dit is het hefboomeffect: een versterkend effect die winsten of verliezen groter maakt met behulp van geleend geld. Het effect werkt dus ook in je voordeel bij winst.
Als steeds meer mensen met geleend geld gaan beleggen wordt de kans op een crash groter.
Zodra de rente omhoog gaat zullen veel mensen hun leningen niet meer kunnen betalen. Aandelen worden massaal gedumpt en de prijzen vliegen dus omlaag. Dit is onder andere wat er in de Amerikaanse recessie van 1929 ook gebeurde.
Voor de doorsnee belegger geldt: ga niet met geleend geld beleggen!
2. Overwaarderen van ‘beleggingen’ die een hype zijn
Beleggers hebben in euforische markten de neiging om bepaalde beleggingen flink over te waarderen. Een aantal voorbeelden uit de geschiedenis:
- Tulpenbollen tijdens de tulpenmanie van 1634.
- Techaandelen tijdens de internetzeepbel van 2000.
- Huizen en hypotheken tijdens de kredietcrisis van 2008.
En zeer recentelijk merkte je het met koersen van NFT’s of ‘non fungible tokens’. Digitale bewijzen die aangeven dat je de eigenaar bent van een digitaal object (bijvoorbeeld een plaatje). Sommige NFT’s gingen voor absurde prijzen de markt op. Ieder groot bedrijf kwam ineens met hun eigen onzinnige NFT.
Zo werd de eerste tweet ooit van Jack Dorsey, de voormalig CEO van Twitter, voor 2,9 miljoen euro verkocht…
Het overwaarderen van ‘vreemde’ beleggingen is van alle tijden. Zodra de zeepbel knapt, stort ook de markt van deze beleggingen volledig in.
Bovendien vergeten beleggers in zulke tijden om nog effectief hun vermogen te spreiden. Meestal wordt het vermogen op slechts enkele paarden gewed. Uiteindelijk is het een recept om vooral veel geld te verliezen.
Pas dus op voor hypes die ineens veel geld waard zijn.
3. De woorden “this time is different” in de mond nemen
Zodra je de volgende woorden hoort of een zinsnede die er op lijkt, is het oppassen geblazen:
Het zijn 4 dure woorden.
Bij iedere zeepbel lijken deze woorden terug te komen. Oude maatstaven van waarde lijken ineens niet meer te kloppen. Er lijkt een nieuwe tijd geboren waarin er nieuwe financiële wetten gelden.
Het zijn echter woorden die duidelijk maken dat we weer dezelfde fouten maken als voorheen. De economische cyclus is een opeenvolging van periodes van groei en neergang. Goede tijden worden altijd opgevolgd door mindere tijden.
Wees dus op je hoede rond mensen die deze woorden uiten. Dan weet je dat de zeepbel op knappen staat.
4. Verwachten dat alles blijft stijgen
Enigszins in lijn met punt 3 is de verwachting dat alles blijft stijgen een natuurlijk gevolg ervan.
Omdat markten lang kunnen blijven stijgen maken ook minder slimme beleggers veel winst. Ze denken daardoor dat ze een meesterbelegger zijn en nemen steeds meer risico. Een groot deel van de beleggers lijdt al snel aan overmoedigheid:
Wat er vervolgens gebeurt is dat men bijvoorbeeld steeds meer geld in hefboomproducten steekt. Denk aan opties en dergelijke producten om maar zo snel mogelijk veel winst te maken. Zolang markten blijven stijgen is dat geen probleem.
Zodra een daling inzet raak je echter alles kwijt. Soms zelfs meer dan je inleg.
Punt 5 hieronder is dan ook weer een natuurlijk gevolg…
5. In paniek alles verkopen
Uiteindelijk ontaardt alles in een verkoopgolf. Soms omdat mensen hun leningen of rekeningen anders niet meer kunnen betalen, maar soms ook uit blinde paniek.
De kans is groot dat er dan op een hoog prijsniveau gekocht is en laag weer verkocht wordt. Een recept voor veel verlies.
Iemand met een langetermijnhorizon moet echter ook in deze tijden vasthouden aan zijn doel. Meestal is verkopen niet nodig. Sterker nog, een laag prijsniveau biedt vooral veel koopkansen.
Er zijn slechts een aantal redenen om beleggingen te verkopen. Samengevat:
- Als je het geld nodig hebt.
- Je hebt je doel ermee bereikt of juist niet bereikt binnen een bepaalde termijn.
- De onderneming doet dingen of neemt beslissingen waar je het niet mee eens bent.
- De belegging is extreem overgewaardeerd.
- Je risicoprofiel is gewijzigd.
- Je portefeuille is uit balans.
In paniek kalm blijven is een reden waarom sommige beleggers het beter doen dan anderen. Tijden van paniek dien je in je voordeel te gebruiken. Ga dus niet mee in de verkoopgolf.
Conclusie over fouten van beleggers
Het mooie aan beleggen is dat je gemakkelijk van andermans fouten kunt leren. Doe er je voordeel mee. Bovenstaande fouten worden keer op keer gemaakt worden, welke eeuw je ook leeft. Het is een gevolg van menselijk gedrag.
Met name in periodes van ongewoon hoge koersen zul je merken dat men in bovenstaande valkuilen trapt. Het zijn vaak de redenen waarom zeepbellen uiteindelijk altijd knappen.
Maak een plan en volg die. Blijf geduldig en laat je niet gek maken door het sentiment van de dag. Je kunt ver komen door stug vol te houden aan je eigen koers.
Voor meer leesvoer zie ook dit artikel: Deze 7 eigenschappen maken je een topbelegger.