Zo zorg je voor effectieve spreiding in je portefeuille

Door voldoende spreiding aan te brengen in je portefeuille kun je effectief risico verlagen. In een goede portefeuille zijn risico en rendement met elkaar in balans.

De juiste mate van spreiding is heel persoonlijk. Je doel en risicotolerantie bepalen wat voor jou een goede mate van spreiding is.

Hieronder bespreek ik een pragmatische manier om op 3 niveaus gespreid te beleggen.

Waarom spreiding aanbrengen in de portefeuille?

Veel ondernemers hebben een groot deel van hun vermogen in de eigen onderneming zitten. Zolang de zaken goed gaan is dat geen probleem. Als de zaken slecht gaan kom je echter snel in financieel noodweer. Ook met je persoonlijke financiën.

Voor veel beleggers is risicospreiding dus een noodzakelijk kwaad. Het voorkomt dat je vermogen verdampt omdat een enkel aandeel slecht presteert. Je bent dan ook beschermd tegen eventuele faillissementen.

Spreiding in de portefeuille aanbrengen heeft dus enkele voordelen:

  • Een lagere kans op een significant verlies.
  • Posities die slecht presteren krijgen vanzelf een kleinere weging in de portefeuille.
  • De totaalwaarde van je portefeuille blijft stabieler en is minder volatiel dan aandelenkoersen.

Heel overdreven zijn de voordelen zichtbaar in onderstaande figuur. Door voor een 50/50 verdeling te kiezen, krijg je een minder grillig koerspatroon. Daartegenover staat dat je ook een wat lager rendement moet accepteren dan een 100% allocatie in aandeel B.

Spreiding aanbrengen

Tenzij je met 100% zekerheid kunt voorspellen dat een aandeel goed zal presteren, kun je dus beter je vermogen spreiden. Daar zijn 2 methodes voor.

Manieren om effectief je vermogen te spreiden

Er zijn grofweg twee manieren om effectief je vermogen te spreiden:

Hieronder zullen we vooral focus leggen op de tweede manier.

Het effectief spreiden van je vermogen hoeft namelijk geen moeilijke wiskundige puzzel te zijn. Bovendien is het met ETF’s tegenwoordig gemakkelijker en goedkoper dan ooit om maximaal te spreiden.

Hoe je het vermogen wilt spreiden hangt ook af van je risicotolerantie. Als je meer risico durft te lopen krijg je een andere verdeling over de 3 niveaus dan wanneer je een lage risicotolerantie hebt.

Vergeet in ieder geval niet: behoud van vermogen is belangrijker dan groei van vermogen!

Niveau 1: Spreiden over beleggingscategorieën

In het eerste niveau ga je het vermogen spreiden over de 5 beleggingscategorieën. Dat zijn:

  • Cash: laag risico en het vermogen is direct beschikbaar.
  • Obligaties: gemiddeld risico en relatief snel om te zetten in cash.
  • Aandelen: hoog risico en relatief snel om te zetten in cash.
  • Vastgoed: hoog risico en niet snel om te zetten in cash.
  • Alternatieve beleggingen: hoog risico en over het algemeen niet gemakkelijk om te zetten in cash.

De meeste mensen doen er goed aan om het vermogen te verdelen over meerdere categorieën. Zo is het altijd verstandig om een deel cash aan te houden en je vermogen verder te spreiden over aandelen en obligaties.

Afhankelijk van je risicotolerantie kun je nog andere keuzes maken. Je kunt bijvoorbeeld 100% van je vermogen in aandelen steken, maar bij eventuele crashes gaat je hele vermogen hard onderuit.

Maak dus een verdeling die voor jouw situatie en beleggingsdoel geschikt zijn. Bijvoorbeeld als volgt:

  • 10% cash voor noodgevallen.
  • 30% obligaties als defensieve belegging.
  • 60% aandelen voor vermogensgroei.

Heb je een lange beleggingshorizon? Dan kun je meer risico nemen omdat je het vermogen lang kunt laten staan.

Ben je al op leeftijd en wil je een aanvulling op je pensioen? Neem dan minder risico en zet een deel van je geld weg in cash en obligaties.

Niveau 2: Spreiden over sectoren

Op het tweede niveau spreid je beleggingen ook over verschillende sectoren. Het heeft namelijk geen zin om te spreiden over 10 aandelen die allemaal uit de oliesector komen. Dan ben je alsnog blootgesteld aan de risico’s van een enkele markt.

Voorbeelden van verschillende sectoren zijn:

  • Technologie (Google, Facebook, NVIDIA).
  • Financiële dienstverlening (ING, Deutsche Bank).
  • Onroerend goed (Vastned, Unibail-Rodamco).
  • Olie en gas (Shell, Exxon Mobile).
  • Gezondheidszorg (Philips, Fagron).

Veel sectoren hebben niks met elkaar te maken. In een periode dat de ene sector goed presteert kan een andere sector erg slecht presteren.

Koop dus beleggingen die maximaal gespreid zijn over sectoren om het risico in de portefeuille verder te verlagen.

Niveau 3: Spreiden over regio’s en valuta

Op niveau 3 kun je dan nog spreiden over regio’s en valuta.

Vaak ben je als Nederlander gewend om vooral in Nederlandse aandelen te beleggen. Ons land is echter maar een klein uithoekje van de totale wereldmarkt. Om risico effectief te spreiden is het verstandig om beleggingen wereldwijd uit te smeren.

Dat kan bijvoorbeeld door:

  • In internationaal georiënteerde ondernemingen te beleggen.
  • Aandelen uit andere Europese landen te kopen.
  • Een deel van de beleggingen in dollars aan te houden.
  • Te beleggen in emerging markets ETFs.

Een zwakke euro kan soms gepaard gaan met een sterke dollar. Door je beleggingen ook uit te smeren over meerdere regio’s en valuta verlaag je het risico in je portefeuille nog meer. Lokale crashes zullen dan minder invloed hebben op je vermogen.

Een voorbeeldportefeuille

Voor de voorbeeldportefeuille gebruik ik mijn eigen portefeuille. In deze portefeuille is het vermogen verdeeld over cash, obligaties en aandelen.

De niveau 1 verdeling is als volgt:

  • 10% cash.
  • 10% ETF’s van bedrijfsobligaties.
  • 25% ETF’s van aandelen.
  • 55% individueel geselecteerde aandelen (niet meer dan 12).

In eerste instantie is behoud van vermogen voor mij belangrijker dan groei. Daar zijn de ETF’s voor geselecteerd. De individuele aandelen zitten in de portefeuille om te proberen de markt te verslaan.

Met de combinatie van ETF’s en aandelen kan een flinke crash opgevangen worden en tegelijkertijd een bovengemiddeld rendement behaald worden. In theorie dan.

De verdeling op niveau 2 is zo:

  • 30% is gespreid over meerdere sectoren.
  • 17% IT hardware, software en media.
  • 13% consumenten- en consumptiegoederen.
  • 12% chemie en grondstoffen.
  • 10% onroerend goed.
  • 8% olie en gas.
  • 5% automobiel.
  • 5% verzekeringen.

De procentuele verschillen tussen de sectoren zijn vooral een gevolg van het koersverloop binnen de sector. Als aandelen van een bepaalde sector goed presteren krijgt deze vanzelf een zwaardere weging in de portefeuille.

Op niveau 3 is de verdeling als volgt:

  • 20% Nederlandse beleggingen.
  • 40% beleggingen uit overige Europese landen.
  • 30% beleggingen uit de Verenigde Staten.
  • 10% wereldwijde beleggingen.

Het voordeel van gespreid beleggen is met deze portefeuille goed te zien aan de volatiliteit ten opzichte van het behaalde rendement van de afgelopen 5 jaar (grafiek gemaakt met Portfolio Performance):

Rendement risico over 5 jaar

Zoals je ziet wordt met een lagere volatiliteit een hoger rendement behaald dan 3 van de 4 indices. Precies het effect dat ik wil bereiken.

Ook bij dalingen gaat deze portefeuille minder hard onderuit dan de rest van de indices. De defensieve buffer lijkt dus te werken.

Conclusie

Door effectief spreiding in je portefeuille aan te brengen kun je risico verlagen. Hierboven werd een pragmatische methode behandeld om op 3 niveau’s je vermogen te spreiden:

  • Niveau 1: Over beleggingscategorieën.
  • Niveau 2: Over sectoren.
  • Niveau 3: Over regio’s en valuta.

Een effectieve spreiding zal het risico in je portefeuille verlagen zonder het rendement aan te tasten.